Ga naar de inhoud

Kippen

Rassen op de Dierenweide:

Amrock

De Amrock is een lust om naar te kijken.  Hij is vrij breed en middelhoog gebouwd.  Het is een forse kip met grote borst en een mooi glooiende bevedering.  De staart is iets oplopend. Verder heeft de Amrock roodbruine ogen, rode oorlellen, een enkele kam en typische gele benen/poten. Zowel de haan als de hen zijn wit & zwart gestreept (is trouwens de enigste kleurslag).  Hierbij zijn bij de haan de zwarte en de grijsachtige witte strepen even breed, terwijl bij de hen de zwarte strepen dubbel zo breed uitvallen (waardoor de hennen dan ook donkerder uitvallen dan de haan). De Amrocks zijn heel rustig en vertrouwelijk. Het betreden van het kipperen is dan ook steeds een uitdaging om je baan te vinden tussen de hennen die je steeds voor de voeten lopen. Ook de haan is superaanhankelijk en zal je nooit of te nimmer aanvallen (wat zeker niet van elke haan kan gezegd worden !). Gezien hun rustige aard komen Amrocks nooit hoger dan een meter van de grond. 

De hennen worden maar heel zelden broeds. Wens je Amrocks verder te kweken, dan zal een broedmachine of surrogaatbroedster onontbeerlijk zijn.
Amrocks zijn uitstekende leggers, ze leggen maar eventjes gemiddeld 240 bruin-gele eieren van 58 gr per jaar.

Brahma
De Brahma is een van de grootste hoenderrassen. Hij ziet er erg statig en imposant uit door zijn kop en gestalte, een goede Brahmakip moet immers zo groot mogelijk zijn en staat hoog op de poten. Ze zijn over het hele lichaam rijk bevederd en van veel dons voorzien. De poten bezitten een niet al te weelderige voetbevedering en zachte, naar achter gerichte hakveren. Men fokt ze zowel in groot als krielformaat. Hoewel de Brahma er door zijn wenkbrauwen nogal kwaad uit ziet, is het juist een heel trouw en vriendelijk ras dat gemakkelijk tam wordt. Hij heeft een drierijige erwtenkam waarvan de middelste rij iets hoger is dan de twee buitenste. Bij hanen is deze kam het duidelijkst te zien, want bij de hen mag deze niet groot zijn. De ogen zijn oranjebruin van kleur en hebben een krachtige blik, die versterkt wordt door de overhangende wenkbrauwen. Onder de kin bevindt zich, apart van de levendig rode lellen, duidelijk een keelwam. Brahma’s hebben een middelmatige pootbevedering.
Deze zit aan de middelste en derde teen. Het komt vaak voor dat de nagel van die derde teen afwezig of niet genoeg ontwikkeld is. De staartveren vormen een mooie omgekeerde ‘v’ vorm. Kleurslag bij ons: Wit-zwartcolumbia.

Kuifhoen
Een van de oudste Nederlandse rassen – het Hollands Kuifhoen – heeft z’n unieke uiterlijk te danken aan een knobbel op de schedel: een afwijking met schitterende gevolgen.
Lang geleden gaven koningen elkaar een kuifhoen cadeau.

Het Hollands kuifhoen heeft sinds de zestiende eeuw – zo’n beetje het beginpunt van dit ras – weinig van zijn glans verloren. Als we naar de Hoenderhof van Jan Steen kijken, dan zien we een dier met een adellijke uitstraling, niet in de laatste plaats veroorzaakt door een hoofd vol met veren. Alsof de kip een hoed heeft opgezet waarmee zij moet verschijnen bij de koningin. Die associatie is niet zo vreemd, want het kuifhoen was eeuwen geleden een gewild relatiegeschenk op hoog niveau. Van die status mag dan weinig meer over zijn, de kip heeft daar niet onder geleden. Nog altijd is het een hoen met allure. Dankzij Nederlandse fokkerskunst was en is het kuifhoen een van de meest sierlijke en contrastrijke hoenders die er bestaan.

De kuif onderging in de loop der eeuwen wel enige verandering. Hij is voller en boller geworden. Begrijpelijk: hoe ronder, hoe mooier. Vooral de hennen zagen de fokkers graag getooid met een bolle hoed. Bij de hanen hangt de kuif, als gevolg van een andere structuur van de veren, een beetje naar beneden. Terwijl de kuiven groeiden en losser werden van structuur, kreeg het kuifhoen steeds minder te zien. Het gezichtsvermogen begon te lijden onder fokkers die wilden scoren met een zo wulps mogelijk uiterlijk. Er moesten duidelijke afspraken komen over wat wel en wat niet toelaatbaar was. De Nederlandse Kuif- en Baardkuifhoenderclub (NKBC) scherpte de regels aan en nam een vrij zicht op in de rasbeschrijving. De kuif moet sindsdien weliswaar nog altijd groot en vol zijn, maar de grootte moet wel in een goede verhouding staan tot het lichaam.
Fokkers van kuifhoenders wordt geadviseerd streng te selecteren op de plaatsing van de kuif en vooral dieren met een hoog geplaatste knobbel op te nemen in de foktoom. Ook over de vorm van de kuif, om precies te zijn het gekleurde bosje veren dat zich voor de kuif bevindt, zijn de afgelopen jaren nadere afspraken gemaakt. Fokkers knipten dat bosje weg, voordat ze met de dieren naar de tentoonstelling gingen, zodat de kuif uit één kleur zou bestaan. Niet meer doen, adviseerde de NKBC. De voorste kuifveren hebben namelijk een andere groeirichting en geven steun aan de kuif. Hetzelfde geldt voor de gekleurde veren boven de ogen. Door deze weg te knippen zakt de kuif naar voren en opzij en komt deze voor de ogen te hangen.

Los van de kuivenkwestie beleven fokkers een hoop plezier aan het Hollandse kuifhoen. Ze creëerden een aantal kleurslagen. De meest bekende en meest voorkomende is het zwarte hoen met een witte kuif. Daarnaast kwamen er witgekuifde hoenders in de kleurslagen koekoek, blauw gezoomd, wit en zwartbont. Verder bestaan er kuifhoenders met gekrulde veren, witte hoenders met een zwarte kuif en krielen, allemaal in dezelfde kleurslagen. Kuifhoenders zijn sierlijke en aanhankelijke hoenders die aardig wat eieren leggen, maar helaas nauwelijks broeds worden. Ze hebben meer aandacht nodig dan een “gewone kip”: met zo’n grote kuif kun je bij regenachtig weer maar beter binnen zitten. Bovendien is regelmatige controle op ongedierte zoals veerluis geen overbodige luxe. Maar een beetje liefhebber heeft al die extra zorgen er graag voor over.

Lakenvelder
Waar de lakenvelder kip als ras is ontstaan is niet precies duidelijk. Zowel Duitsers als Nederlanders eisen de eer op dat ze dit hebben ontwikkeld. De oorsprong van de lakenvelder kip gaat terug naar de 18e eeuw. Nederlanders zeggen dat het ras het licht zag in het Utrechtse buurtschap Lakenvelt. Duitsers beweren hetzelfde voor het Duitse Westfalen. De meeste kenners denken dat de Duitsers gelijk hebben.

De zwart-witte kleurtekening van de lakenvelder kip is heel specifiek. Het dier is zwart, met een witte band midden over het lijf. Het is net alsof de kip een laken over zich heen heeft, vandaar zijn naam. Ook bij koeien- en geitenrassen komt deze kleurtekening voor. De dieren heten dan overeenkomstig lakenvelder koeien en lakenvelder geiten.

De lakenvelder kip wordt gehouden vanwege de eieren en als hobby. Ze zijn vriendelijk in de omgang met elkaar en maken niet snel ruzie. Het zijn actieve dieren, die op een prettige manier voor leven in de brouwerij zorgen. Het ras komt voor als grote hoender en als kriel.

Bij strenge vorst moeten de lakenvelder kip beschutting hebben. Het risico bestaat dat zijn grote kam bevriest.

Marans
De kip met de gouden eieren, zo worden de Marans in Frankrijk ook wel genoemd.
Marans zijn waarschijnlijk het meest speciale hoenderras ter wereld. Zijn bijzondere kleuren, zijn nut eigenschappen (groei snelheid en vleeskwaliteit). En het wel zeer speciale ei, groot en donker roodbruin van kleur. Het ras is makkelijk om te houden geschikt voor zowel in een ren als los lopend. Het zijn geen fanatieke krabbers die de hele tuin op zijn kop zetten. Ze zijn rustig en vertrouwelijk in de omgang. De eieren zijn speciaal; ze zijn vrij zwaar en kunnen 100 gram wegen. In Frankrijk worden ze gepromoot doordat de eieren vrij zijn van salmonella. Dit komt door het dikke vlies en eischaal.
Kleurslag bij ons: Zwart – roodkoper

Sebright
De Sebright, en nog enkele andere rassen, zijn speciaal gefokt voor hun bijzondere sierwaarde. Dit in tegenstelling met de meeste rassen, die zijn ontstaan uit oude productie rassen, die vanuit de landbouw zijn ontstaan. Veel rassen zijn daarna verkleind tot dwerghoen. Er is van te voren bepaald aan welke uiterlijke eigenschappen het ras moest voldoen. Het is een ras dat is ontstaan vanuit de adel. Men zou het dus een adellijk ras kunnen noemen. Ook kan men het de HAUTE COUTURE onder de kippen noemen. Sebrights zijn ongeveer 200 jaar geleden ontstaan. Ze hebben niet veel ruimte nodig. In een hokje van een halve vierkante meter en een ren van een vierkante meter kan men een haan en twee kippen houden. Ook kunnen ze los in de tuin rondlopen. Ze zijn rustig in de omgang en erg tam als men er zelf rustig mee omgaat. Kleurslag bij ons: Goud zwartgezoomd.

Zijdehoen
De zijdehoenders zijn hoogst waarschijnlijk ontstaan in China en in Europa geïmporteerd rond 1827.
Zijdehoenders zijn de kleinste van alle hoenders, eigenlijk een halfkriel.
Ze wegen ongeveer 1000 tot 1600 gram. Kenmerken van het ras: het lichaam moet rond zijn, de bevedering zacht, de huid donker en de oorlellen lichtblauw. De hennetjes hebben een bolstaande kuif en de haantjes hebben een typerende, achterwaarts staande kuif. De zijdehoen staat bekend om zijn rustige en vertrouwelijke aard en is makkelijk handtam te maken. De hennetjes staan niet bekend als grote ei-leggers (100 per jaar), maar ze blinken wel uit in het broeden en groot brengen van hun kroost. Omdat de zijdehoen zo’n betrouwbare broedster is, worden ze vaak als pleegmoeder ingezet voor het uitbroeden van fazanten eieren. Kleurslagen bij ons: Wit, Zwart.

Bezoekadres

Middelste Wei 1

3844 HT Harderwijk

Contact algemeen

Secretariaat Stichting Dierenweide Harderwijk

Klavermeen 2

3844 PR Harderwijk

VOLG ONS

LINKS