Ga naar de inhoud

Konijnen

Verspreiding
Het tamme konijn stamt af van het wilde konijn; zij behoren tot de orde van de haasachtigen, dus niet tot de orde van de knaagdieren. Omstreeks 100 voor Christus werd het in Italië ingevoerd. Hier werden konijnen als een belangrijke voedselbron beschouwd. Het nam dus nog niet de plaats van een huisdier in. Dat kwam pas later in de middeleeuwen. In de 12e eeuw trof men ze in Duitsland aan.
Aan het eind van de 16e eeuw kende men reeds verschillende rassen, met name grijze, wildkleurige, zwarte en bonte rassen, die vaak in kloosters gefokt waren. Omstreeks 1700 was het Angora-konijn er al en daarna ontstonden tot op heden
steeds meer nieuwe rassen.


Voortplanting
Dit hoeft gezien de aard van de diersoort geen nadere uitleg.


Variëteiten
De gefokte konijnen worden onderverdeeld in rassen en variëteiten.
Een ras omvat een groep dieren van dezelfde soort, die in duidelijk waarneembare eigenschappen verschillen van andere groepen van diezelfde soort, maar onderling deze eigenschappen gemeen hebben en deze regelmatig overbrengen op hun nakomelingen.
Als een ras weer onderverdeeld wordt in kleine groepen met afwijkende eigenschappen
spreekt men van variëteiten.

Rassen op de Dierenweide
Rex
Bouw: Matig gestrekt type met een goed gevulde voor- en achterhand. Kop: De Rex heeft een krachtig ontwikkelde kop met sterk ontwikkelde wangen. Oren: De oren bezitten een stevige van structuur.
Poten: De poten zijn kort en stevig. Vacht: De Rex is een kortharig ras waarbij de vacht van de kortharige rassen op gelijke wijze beoordeeld als die van normale rassen, natuurlijk met in achtname van de bijzondere raseigenschappen. De vacht staat bijna loodrecht op de huid. De beharing is mede dank zij een rijke onderwol zeer dicht en volkomen gelijkmatig en voelt fluweelachtig aan. De vacht heeft een lengte van ongeveer 15 tot 18 mm.

Hollander
Kop: kort, bolvormig, breed, goed gevulde wangen Oren: ca. 9 cm lang,  met goed afgeronde punten Lichaam: gedrongen, vrij fors, relatief korte poten, recht en stevig. Vacht: kort, dicht ingeplant, vlak aan het lichaam liggend, sterke glans Kleur: zwart, blauw, bruin, konijngrijs, haaskleur, ijzergrauw, blauwgrijs, madagaskar, isabella, chinchilla, oranje, driekleur. Voorgeschreven zijn twee gekleurde kopplaten die zowel de ogen, de wangen als de oren omsluiten maar niet naar de snuit mogen doorlopen. door een juiste tekening krijgt de Hollander een mooie, scherp afgetekende en omgekeerde V-vormige bles. Vanaf ongeveer het midden van het lichaam tot en met de staart is dit ras gekleurd Gewicht: tussen1,5 en 3 kilo.
Karakter: rustig en meegaand.

Vlaamse Reus
Bouw: De Vlaamse Reus bezit een lang en breed lichaam. De poten dienen fors, sterk en niet te lang zijn.
De rugbelijning is in ruststand recht, met een brede soepele afgeronde achterhand. Van boven gezien heeft het lichaam de vorm van een rechthoek. de brede schouders en borst vormen met de goed ontwikkelde ribbenpartij en de gevulde achterhand deze rechthoek. Bij vrouwelijke dieren is een kleine enkelvoudige wam (onderkin) toegestaan. Kop: De kop is krachtig ontwikkeld, met breed voorhoofd, goed ontwikkeld neusbeen, brede snuitpartij, en goed ontwikkelde onderkaak en wangen. Oren: De oren zijn fors en vlezig en aan de toppen mooi lepelvormig afgerond. De oren worden nauwsluitend V-vormig gedragen. Hiervoor is een krachtige inplanting van de oren een noodzaak. de minimum lengte bedraagt 17 cm. Ideale oorlengte is 19 cm. Vacht: Het is een normale beharing. Deze beharing is rijk aan onderwol: ze mag niet te lang of te wollig zijn. De ideale vachtsconditie bij het tentoonstellingsdier is een geheel doorgehaarde vacht, zonder dun behaard of kaal plekje. de verharing herkent men duidelijk aan het grannenhaar, het oude afstervende en het nagroeiende, krachtig gekleurde haar is zichtbaar en te onderscheiden. Niet enkele in het rond vliegende haren, maar flink loslatend haar is als verharing te beschouwen. De vacht dient vol ingehaard, glanzend en aanliggend zijn. Kleur: Haaskleur, Konijngrijs, IJzergrauw, Blauwgrijs, Blauwgrauw, Zwart, Blauw, Geel en Wit.  Gewicht: Het minimum gewicht bedraagt 6 kilo. Een volgroeid dier zal ongeveer 7,5 kilo wegen.

Japanner

De Japanner is ontstaan in Frankrijk. Japanners zijn levendige en vriendelijke konijnen.
In Nederland zijn ze (nog) niet echt bekend als huisdier, in Amerika worden ze vaker als huisdier gehouden, omdat men de vacht en tekening van dit konijn erg leuk vind.

Kop: flink breed Oren: afgeronde toppen, lengte van ca. 12 cm Lichaam: fors, licht gestrekte bouw, goed gespierde poten van gemiddelde lengte. Vacht: kort, glanzend, aanliggend, gemiddelde hoeveelheid onderwol Kleur: tweekleurig in vier verschillende kleurstellingen: de ene kleur is altijd geel tot geelrood en de contrasterende vachtkleur kan zwart, bruin, blauw en lilac zijn. De zwarte en bruine dieren hebben bruine ogen, lilac en blauwe hebben blauwgrijze ogen. Gewicht: tussen 2,5 en 4 kilo.

Hier volgt een overzicht van enkele konijnenrassen:
Dwergrassen 
Dwerghangoor
Kleurdwerg

Middenrassen
Wener
Japanner
Rijnlander
Zilvervos
Nieuw-Zeelander
Belgische Haas

Rassen met een bijzondere haarstructuur  
Rex
Angora
Satijn
Voskonijn

Kleine rassen 
Tan
Rus
Hollander

Grote rassen  
Vlaamse reus
Franse hangoor
Lotharinger
Van Beveren

Bezoekadres

Middelste Wei 1

3844 HT Harderwijk

Contact algemeen

Secretariaat Stichting Dierenweide Harderwijk

Klavermeen 2

3844 PR Harderwijk